Wat er eerst kwam, moet geëerd worden door wat later komt.
Een belangrijke universele wet in familiesystemen is het principe van de ordening. Eveline móest van haar plek als kind af om het gezin te redden. Zij had geen keuze. Zo groeide ze op, en zo bleef zij ‘innerlijk’ als het ware nog georganiseerd: op een plek ‘boven’ haar ouders. Terwijl de situatie al lang niet meer om dit soort overleven vraagt. Eveline is al lang volwassen, haar moeder zit in een verzorgingstehuis en haar broers en zussen hebben hun eigen gezinnen. Het innerlijk beeld van Eveline over wie zij is binnen dit familiesysteem is echter nog steeds zoals het was. Ze ‘overtreedt’ als het ware de wet van de ordening. En dat belemmert haar groei. Groeien kan alleen vanuit je eigen plek.
Ordenen brengt verdriet – en rust
Tijdens een familieopstelling ziet ze haar vader en moeder in de persoon van representanten. Haar vader liggend op de grond. Ze ziet haar zussen en broers bij elkaar staan. Haar representant weet geen plek te vinden en gaat uiteindelijk tussen haar ouders staan. Evelines verlangen om zich te verbinden en te weten wie zij is, staat heel ver weg, ook in de persoon van een representant.
Eveline zit naast mij en ziet dat het zo niet meer kan. Te groot voor de kleintjes, te klein voor de volwassenen. Dat hardop benoemen brengt haar een diep inzicht en veel verdriet. Ze voelt dat ze veel gedragen heeft voor het hele gezin. En ze voelt dat ze dat met liefde gedaan heeft. Eveline huilt en buigt voor haar ouders: ‘jullie zijn de grote, ik ben de kleine’. Ze neemt de plaats van haar representant in en loopt langzaam naar haar broers en zussen, naar haar eigen plek. De representant voor haar verlangen heeft zich intussen nieuwsgierig omgedraaid en er is contact mogelijk.
Na de opstelling heeft Eveline het gevoel dat er een last van haar schouders afgevallen is. Ze voelt veel verdriet en door dit verdriet te aanvaarden, haar rouw te beleven, neemt ze haar eigen plek in de kinderrij weer in. Dat voelt goed. Om verlies kun je huilen, om ‘geen plek hebben’ gaat dat niet. Dan blijf je zoeken.
Eveline heeft de periode na de opstelling veel moeten huilen. Maar ze was tegelijkertijd heel opgelucht. Ze had verbinding met zichzelf gekregen en voelde ‘bodem’ onder haar voeten. Het huilen was niet meer ‘doelloos’ en ‘gefrustreerd’, maar gericht op het verwerken van het verlies. Na verloop van tijd ontstond steeds meer spontaniteit en het verlangen zich te verbinden met een partner. De relatie met haar moeder verbeterde; ze ergerde zich minder en kon met liefde kijken naar haar moeder. Deze begon spontaan minder te klagen. Eveline was hier immers niet meer ‘allergisch’ voor en haar liefdevolle houding doorbrak dit patroon. Waar hun contact eerder ging om ‘wie krijgt hier de aandacht’ gaat het nu om wederzijds geven en ontvangen.
Niets of niemand kan weg – nog zo’n principe
In veel systemen worden ‘moeilijke’ gebeurtenissen of mensen verzwegen. Denk bijvoorbeeld aan ongeboren en gestorven kinderen, familiegeheimen, trauma binnen de familie of psychiatrie. Kinderen kunnen onbewust gedrag laten zien of gevoelens hebben waarmee ze als het ware niet-bewust ‘wijzen’ naar deze gebeurtenissen. Ook volwassen kinderen kunnen dat doen. Wat moet gezien worden? Bij Eveline was dit het grote verdriet van het verlies van haar vader, waardoor ze geen relatie meer aandurfde. Daarnaast haar eigen gemis aan een zorgende moeder, waardoor ze zich ergerde aan alles wat haar moeder naar buiten bracht.
Tijdens een familieopstelling wordt de aandacht als vanzelf getrokken naar datgene dat voor de vraag van de cliënt het meest relevant is. Dat wordt ‘systeemdruk’ genoemd. Werd er iemand buitengesloten? In een familieopstelling kan deze persoon plek krijgen in de ogen van de cliënt. Dat heelt het systeem en geeft daarmee rust op deze symptomen. Systeemdruk is voelbaar en zichtbaar tijdens een tweedaagse in een groep, en ook voelbaar en zichtbaar als je een systeemopstelling met behulp van paarden doet. Deze dieren zijn uitermate gevoelig voor systemische informatie.
Tot slot: balans in uitwisseling
Binnen een familiesysteem is het belangrijk dat er balans is tussen geven en ontvangen. Ga je met een vriend of vriendin regelmatig uit, dan gaat het ‘schuren’ als een van jullie structureel meer betaalt dan de ander. Zo werkt het ook binnen een systeem. Met name de relatie tussen partners is hiervoor heel gevoelig. Wordt één van de partners ziek en de ander verleent mantelzorg, dan doet dit iets met de balans van geven en ontvangen. Op welke wijze lossen deze partners dit op? Hiervoor moeten partners soms heel diep gaan en een hele intense connectie in liefde en dankbaarheid voor elkaar maken. Ander voorbeeld dat ik veel tegenkom is de erfenis van de tweede wereldoorlog. Hier is sprake van daderschap (teveel genomen) en slachtofferschap (teveel gegeven). Dit onder ogen komen en de invloed hiervan op het familiesysteem en op jouw functioneren in het hier-en-nu te ervaren, daar gaat het bij een familieopstelling over.
Systemisch werken: ordeningen in liefde
Bert Hellinger, de grondlegger van de methodiek van opstellingen, noemde het werkelijk voor waar aannemen, alles wat er is in de familie, precies zoals het zich voordoet, al de ‘ordening in de liefde’. Niemand kiest er bewust voor om ‘boven zijn ouders’ te gaan staan, mensen of gebeurtenissen ‘niet te zien’ of ‘meer te nemen of te geven’ dan je toekomt of dan je zou hoeven. Het is het leven zelf dat soms toeslaat. Trauma’s en oorlog, natuurrampen en ons mens- zijn zelf zorgen voor butsen en deuken in families. Dat durven laten ‘zijn’ en onze eigen plek innemen, daar gaat het om bij systemisch kijken.
Familieopstellingen is een methode
…om aan het licht te brengen wat innerlijk leeft. Een driedimensionale voorstelling van een innerlijk beeld. Ordenen, plek geven, plek nemen, werkelijk zíen wat er is en in liefde verbinden, daar gaat het over.